TeKoS

TeKoS nr 195

  • 19/09/2024
TeKoS nr 195

TeKoS nr. 195 - Juli-augustus-september 2024 (68 blz.)

Inhoud:

- De ideologie van de Rechten van de Mens als breekijzer tegen de democratie - Jan Sergooris
- ‘Ober-Ost’, een oostfrontkolonie in de Eerste Wereldoorlog - Bruno De Cordier
- De aanslag op onze landbouwgronden - Guillaume Travers. Vertaald door Peter Logghe
- Huis van de Muze – deel II - Sid Lukkassen en Joris Bouwmeester
- Herbert Wehner: een kennismaking - Pieter Jan Verstraete
- Sprokkels uit de moestuin - De kaart en het gebied - Björn Roose
- Schrijvers en lezers - Peter Logghe

Jan Sergooris mag de spits afbijten met een analyserende bijdrage over “De ideologie van de Rechten van de Mens als breekijzer tegen de democratie”. In zijn artikel bekritiseert Jan Sergooris de opkomst van de gouvernement des juges en de wijze waarop het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) in toenemende mate op een zeer eigengereide manier wordt geïnterpreteerd door bepaalde rechters, en wel in die mate dat een beleid opgedrongen kan worden zonder dat daar nog enige democratische controle tegenover staat. Daarenboven worden mensenrechten in het links-liberale denkkader als legitimatiemiddel gebruikt om bepaalde ideeën monddood te maken.

Daarna is het de beurt aan Bruno De Cordier, met een historische uiteenzetting over een quasi-vergeten episode uit de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. In een goed met historisch bronnenmateriaal gestoffeerd artikel schetst de auteur de geschiedenis van Ober-Ost, een gemilitariseerde bufferzone aan het oostfront die de Duitsers probeerden in te stellen in de door hen veroverde tsaristische gouvernementen. Het gebied was een etnisch en taalkundig lappendeken van onder meer Litouwers, Belarussen, joden, Polen en Letten. Hoewel de Duitse bezetter de kleine volkeren in eerste instantie meer taalprivileges toekenden als buffer tegen het Russisch en het Pools, kenmerkte het Duitse bezettingsbeleid zich algauw door een actieve economische exploitatie, culturele verduitsingspolitiek en waren er ook plannen voor een effectieve bevolkingskolonisatie. In dit artikel toont Bruno De Cordier aan dat ook blanke volkeren slachtoffer kunnen worden van kolonisatie.

Vervolgens laten we de Franse auteur Guillaume Travers aan het woord, naar het Nederlands vertaald door Peter Logghe. Hij heeft het over de aanslag op onze landbouwgronden en de “deterritorialisering van de grond”: grote multinationals kopen, ook in West-Europa, steeds meer landbouwgrond op zodat die in toenemende mate geconcentreerd raakt in een beperkt aantal handen. Dit vooronderstelt ook een breuk in de band met de grond: Het feit dat men waar ook ter wereld eender welke gronden kan aankopen, lijkt voor de meerderheid van onze tijdgenoten de normaalste zaak ter wereld, maar vanaf de Oudheid tot aan de Franse revolutie belette een praktijk van terugname via afstamming de versplintering van het erfgoed over verschillende afstammingslijnen. Deze forse breuk is het resultaat van de Franse Revolutie en de intrede van de Code Civil, die een puur individualistische en absolute conceptie van eigendom hebben doen triomferen. En een land waar het volk niet meer de meester is van de eigen gronden, is een land in gevaar!

Pieter Jan Verstraete
, auteur van menig boek en artikel over historische figuren, heeft het in zijn bijdrage over Herbert Wehner. Wehner was een van de meest controversiële maar ook meest vooraanstaande politici in het naoorlogse Duitsland. Hij begon zijn politieke carrière eind de jaren ’20 bij de communistische KPD. Hij maakte in de jaren ‘30 de repressie van de communisten en socialisten door de nazi’s mee en voerde campagne in Saarland waar hij de latere DDR-leider Erich Honecker leerde kennen, met wie hij ook na de oorlog nog goede contacten zou onderhouden. Tijdens de oorlog moest hij het land ontvluchten en kwam hij in Zweden wegens zijn politieke activiteiten in de gevangenis terecht. Na de oorlog nam hij afstand van het Sovjet-stalinisme en werd uiteindelijk lid van de West-Duitse SPD. Hij zou het uiteindelijk schoppen tot de flamboyante fractieleider van de socialisten in de Bondsdag, waar hij het recordaantal vermaningen op zijn naam kreeg wegens het beledigen van collega’s. In tegenstelling tot zijn voornaamste tegenstander, de ‘eeuwige’ bondskanselier Konrad Adenauer, die de Duitse Bondsrepubliek de NAVO binnenloodste, zou hij zich met de West-Duitse socialisten inzetten voor een hereniging van Duitsland met instemming van Sovjet-Rusland.

De Noord-Nederlandse denkers Sid Lukkassen en Joris Bouwmeester verblijden ons vervolgens met het tweede deel van hun briefwisseling over het Huis van de Muze. Het eerste deel werd reeds gepubliceerd in TeKoS nr. 192. Het gaat om een gedachtewisseling tussen beide filosofen over de diepste bronnen van de menselijke inspiratie en scheppingsdrang in een steeds meer geautomatiseerd en door AI gedomineerd tijdperk. Het succes van dit artikel gaf spontaan aanleiding tot de uitgave een heus boek met gelijknamige titel, waarin de volledige correspondentie tussen beide auteurs in onversneden vorm wordt weergegeven. In dit nieuwste TeKoS-nummer vatten de auteurs de essentie van het laatste deel van dit mooie en bezielende boek nog eens voor u samen.

We sluiten af met onze vaste rubrieken, de Sprokkels uit de Moestuin van Björn Roose, die ditmaal ingaat op het verschil tussen de kaart en het gebied, en een aantal diepere filosofische en maatschappelijke overpeinzingen die daaraan gekoppeld kunnen worden. Zijn reis voert hem door Rusland, Tsjechië en Slowakije, én de Kempen, met onder meer Václav Havel en Ernest Van der Hallen als reisgenoten. Tot slot zijn er als vanouds weer een aantal boekbesprekingen uit de conservatieve en andere belangwekkende literatuur.

Top