Nieuwsberichten

De Verenigde Staten onder president Trump: eerste inzichten - gesprek met professor Nathan Pinkoski

De Verenigde Staten onder president Trump: eerste inzichten - gesprek met professor Nathan Pinkoski

  • Guy-Alexandre Le Roux (Ralf Van den Haute - vertaling)
  • 03/05/2025

Gesprek met professor Nathan Pinkoski, doctor in de Politieke Filosofie (Oxford), assistent-professor aan de Universiteit van Florida, afgenomen door Guy-Alexandre Le Roux.

Waar in het Amerikaanse politieke denken past Donald Trump? Is hij uit het niets komen opduiken, of is hij erfgenaam een ideologische traditie? Wat is zijn relatie met conservatisme en met technologie? Dit zijn slechts enkele van de vragen die Nathan Pinkoski analyseert.

Na een stormachtige campagne tegen de Democraten, die zo goed als de allures aannam van een heilige oorlog, trad Donald Trump uiteindelijk aan om "Amerika weer groot te maken". Een slogan die van Ronald Reagan (1981-1989) geleend is. Is Trump dan de politieke erfgenaam van Reagan?

Ik herinner me de woorden van Giscard d'Estaing nog bij de verkiezing van Ronald Reagan: "Ja, maar...". Net als Trump was Reagan ook een controversiële kandidaat, gehaat door de elite van de Republikeinse Partij. Net als Trump had Reagan zijn overwinningen te danken aan ontevreden kiezers uit de arbeidersklasse, die hun historische loyaliteit aan de Democratische Partij hadden opgegeven. Deze populistische coalitie van de arbeidersklasse was de sleutel tot Reagan’s succes, net als bij Trump. Er zijn echter belangrijke verschillen.
Reagans programma was gericht op economisch liberalisme en moedigde vrijhandel aan. Het programma van Trump richt zich op economisch protectionisme en de heropleving van het industriebeleid -  vergeet niet dat de jonge Trump aan het eind van de jaren '80 openlijk kritiek had op het economische beleid van Reagan. Ten tweede is het verschil op het gebied van immigratie aanzienlijk. De strijd tegen illegale immigratie is het stokpaardje van Trump, wat nooit het geval was voor Reagan. Reagan nam tijdens zijn tweede termijn zelfs een ruime amnestiewet aan voor illegale immigranten. Derde verschil: Trump staat erop om een eind te maken aan positieve discriminatie en de meritocratie te herstellen. In 1965 institutionaliseerde president Johnson met Executive Order 11246 positieve discriminatie op het niveau van de federale overheid en verenigingen die met de overheid samenwerkten. Reagan overwoog om dat decreet af te schaffen, maar gezien het verzet, vooral van een aantal verenigingen, aarzelde hij. Trump daarentegen aarzelde geen seconde waar Reagan niet durfde doorzetten. Op 21 januari 2025 deed hij wat Reagan nooit had durven doen.

Na de Tweede Wereldoorlog wilden de Verenigde Staten een liberale wereldorde naar Amerikaans model inrichten: wat zijn de kenmerken van die wereldorde?

Na de Tweede Wereldoorlog waren de Verenigde Staten verdeeld. Aan de ene kant waren er mensen die de bijeenkomst van de Verenigde Naties in San Francisco zagen als de geboorte van een nieuwe wereldorde. Het liberalisme zou naar de hele wereld worden uitgevoerd. Dit impliceerde zeker een Amerikaanse oppositie tegen het communisme, maar de prioriteit was veleer om druk uit te oefenen op de geallieerde Europese machten om hun koloniale rijken op te breken.
 
Aan de andere kant beweerden sommigen dat de prioriteit lag bij het stoppen van de verspreiding van het communisme. Onder president Truman was de nationale veiligheidsstrategie van de VS erop gericht om regimepluralisme toe te staan - zolang je ermee instemde om tegen de Roden te vechten, zouden de VS je niet berispen voor de manier waarop je je eigen binnenlandse aangelegenheden regelde.

Frankrijk was het slachtoffer van dit verdeelde Amerikaanse huis. Het archetype is het drama van Diên Biên Phu (een veldslag die de nederlaag van Frankrijk in de oorlog van Indochina betekende, nvdv).
Als vertegenwoordiger van de anticommunistische, realistische vleugel, voorzag Truman het Franse leger van aanzienlijke logistieke steun, waardoor de Fransen de Vietminh konden bestrijden. Maar toen het Franse garnizoen op het kritieke moment in april 1954 werd omsingeld, besloot Eisenhower dat het politiek onhandig zou zijn om de Amerikaanse luchtmacht te belasten met de bombardementsmissies die het garnizoen hadden kunnen redden. Washington beslechtte het lot van Frankrijk als koloniale macht.

Wanneer en waarom wijzigde deze visie?

Tijdens de Koude Oorlog schommelden de Verenigde Staten tussen deze twee standpunten. Na de val van de Berlijnse Muur namen universalistische liberalen het initiatief. De toespraak van Anthony Lake, National Security Advisor in 1993 - geschreven door Anthony Blinken, die onder Biden minister van Buitenlandse Zaken werd – illustreert dit perfect. Met de titel ‘From containment to expansion’ beschrijft deze toespraak zeer gedetailleerd de middelen waarmee de Verenigde Staten het universalistisch liberalisme en liberale democratie in het buitenland moesten verspreiden.  Unilaterale militaire actie en het gebruik van financiële hefbomen maken deel uit van het arsenaal aan middelen die in deze toespraak aan bod kwamen. De toespraak bevat alle kiemen van de Bush-doctrine, die de weg vrijmaakte voor regimeverandering in Irak. Hetzelfde geldt voor de Obama-doctrine, die weliswaar minder Amerikaanse troepen inzette, maar des te meer financiële macht gebruikte om niet-liberale regimes omver te werpen. Deze mislukkingen hebben verstrekkende gevolgen. Ze hebben geleid tot de catastrofe van de invasie in Irak, de voortdurende chaos in Libië, waardoor de stroom migranten naar Europa nog groter wordt, de strategische nederlaag van het Westen in Oekraïne (omdat sancties geen vervanging zijn voor de granaten die het Westen niet meer kan produceren vanwege zijn de-industrialisatie) - de Amerikaanse hybris is duidelijk.

Met Bill Clinton (1993-2001) kwamen de ‘neoliberalen’ aan de macht. Waarin verschilden zij van de universalisten van na de Tweede Wereldoorlog? Wat waren de veranderingen voor de Verenigde Staten en hun relatie met de wereld?

Natuurlijk zijn er economische verschillen met het naoorlogse denken. In die tijd kon het Westen granaten produceren. De binnenlandse industrie was de sleutel. Daarna was de informatie-economie prioritair. We waren er zeker van dat asymmetrische oorlogvoering de enige oorlog van de toekomst was. Het was een truc om de pijn van het verval te verdoven en om het opgeven van strategische industrieën te rechtvaardigen. Ik zou echter zeggen dat het grote verschil zit in het besef van de tragedie van de geschiedenis. Zelfs de meest idealistische liberalen van de jaren 1950 en 1960 waren zich bewust van hun beperkingen, dat ze niet al hun idealen konden verwezenlijken. Kortom, we wisten dat de geschiedenis tragisch was. Met Clinton begonnen we te denken dat het niet langer zo zou zijn.  
Het garnizoen van Diên Biên Phu in 1954 kon rekenen op granaten geproduceerd door de Franse industrie - het obstakel was de levering per vliegtuig. Maar voor de Oekraïners in 2022 bestaan granaten niet meer. En ondanks het feit dat het Westen zich volledig bewust was van deze zwakte, zette het de oorlog voort, vol vertrouwen in het beslissende voordeel van zijn technische capaciteiten. Het idee bestond dat technologie deze "primitieve Slavische horden" zou verslaan, met een afloop die een komedie waardig was in plaats van een tragedie. Nog een verhaal van overmoed.

Waar past Donald Trump tussen al deze geopolitieke erfenissen?

Trump is de aartsvijand van dat ‘neocon’-denken. In de jaren ‘90 omarmden de leiders van beide Amerikaanse partijen het liberale universalisme. Maar dit was niet het standpunt van de meeste Amerikanen, die sceptisch bleven over militaire avonturen. Ik zal u een eerste voorbeeld geven: zelfs in 1991, toen men het er bijna algemeen over eens was dat Saddam Hoessein met militair geweld uit Koeweit verdreven moest worden, had het Amerikaanse volk, dat voorstander was van een snelle beëindiging van het conflict, geen langdurige bezetting voor ogen. Trump vertegenwoordigt wat het Amerikaanse electoraat echt wil. Het electoraat wil geen dood en chaos zaaien over de hele wereld. Dit betekent echter niet dat men zich terugtrekt van het internationale toneel. Sterker nog, als het aankomt op het uitoefenen van economische macht - denk aan invoertarieven - zouden de Verenigde Staten agressiever kunnen worden, zelfs als ze ophouden met het destabiliseren van Georgië en andere landen.

Het duo Trump-Musk roept vragen op. Schuilt er een paradox in enerzijds de bewering van Trump dat hij de economie wil depolitiseren en de de samenwerking van dit duo, met in hun gevolg loyale bigtech=ondernemers (GAFAM) in een quasi feodale enscenering?

Hier is enige achtergrond nodig. Sinds de jaren 90 staan de pioniers van de technologische revolutie die het digitale tijdperk hebben ingeluid - laten we ze "techno-futuristen" noemen - dicht bij de Democratische Partij. Dat gezegd hebbende, deze avant-gardistische ondernemers die het digitale tijdperk lanceerden, profileerden zich als bijzonder progressief op ethisch vlak.  Als aanhangers van de pioniersgeest van het Westen (de beroemde Frontier spirit) wilden zij echte groei en hoopten zij dat technologische vooruitgang de Amerikaanse samenleving zou transformeren en nieuwe mogelijkheden voor individuele ontplooiing zou bieden. Maar ze merkten een verandering in de houding van de Democraten. De partij werd steeds terughoudender over groei en materiële vooruitgang en verving deze taal door die van duurzaamheid. Verlamd door regelgeving - dit is Californië vandaag de dag, waar die Frontier spirit niet meer dan een herinnering is - konden ondernemers weinig doen. Toen de Democratische Partij vervolgens een wokistische agenda volledig omarmde, werd zij ronduit vijandig tegenover het talent en de uitmuntendheid die nodig waren om innovatie na te streven. De omstandigheden waren rijp voor een dissidente elite uit Silicon Valley om zich los te maken van de Democraten. Dit is hoe technofuturisten zoals Musk Trump in 2024 zijn gaan steunen. Net als MAGA-aanhangers zijn ze verenigd rond een haat tegen het communautarisme en economische stagnatie. Een ontevreden liberaal is echter geen MAGA-conservatief. Hun belangen, doelstellingen en gevoel voor het algemeen belang verschillen.

Hoe zal deze paradox op institutioneel niveau uitpakken? En geopolitiek?

Afgelopen kerst was er een fel debat waarin Elon Musk en biotechondernemer Vivek Ramaswamy het H-1B visumprogramma (het programma om hoogopgeleide immigranten binnen te halen) verdedigden. "Amerika heeft meer hoogopgeleide immigranten nodig," betoogden ze, "omdat Amerikanen zelf deze vaardigheden missen." De reacties waren heftig. Het electoraat van Trump ziet het H-1B-programma als een manier om goedkope buitenlandse werknemers binnen te halen in plaats van Amerikanen op te leiden, of erger nog, als een programma waarin Amerikaanse werknemers buitenlandse werknemers opleiden om hun baan in te nemen (sinds de jaren 90 zijn er talloze gevallen geweest van ontslagen Amerikaanse werknemers die, om hun ontslagvergoeding te krijgen, hun vervanger moesten opleiden die met een H-1B-visum in het land was). Terwijl Trump immigratiehervormingen nastreeft, is het de vraag wie de lakens uitdeelt: het MAGA-kamp, dat immigratie wil beperken, of het technofuturistische kamp, dat meer arbeidsmigratie toejuicht.

Immigratie zal een van de belangrijkste twistpunten zijn tussen de verschillende facties van de nieuwe coalitie. Vanuit geopolitiek oogpunt zal ook defensie netelige kwesties opwerpen. Een aantal van de meest dynamische en technofuturistische Amerikaanse bedrijven maken deel uit van het militair-industrieel complex. Hopen deze bedrijven op een agressievere projectie van Amerikaanse militaire macht in het buitenland, wat overigens in strijd is met de wensen van het Amerikaanse electoraat? Dat is de vraag.

Een laatste, bredere vraag. Met Trump zijn de Amerikaanse conservatieven weer aan de macht. Op welk niveau? Wat is een Amerikaanse conservatief in 2025?

Op veel belangrijke punten - het beëindigen van de politieke vervolging van pro-life demonstranten, het herstellen van de vrijheid van meningsuiting, vereniging en godsdienst, het herstellen van de grenscontrole, het beëindigen van de diversiteitsprogramma’s (DEI, diversity, equity and inclusion en affirmative action) in de overheid en in het leger - profileert Trump zich als conservatief. De conservatieve coalitie valt wel op te delen tussen traditionele conservatieven en wat we "rechtse progressieven" zouden kunnen noemen: mensen die groei en technologische vooruitgang steunen als goed voor zichzelf, maar die ‘rechts’ zijn in de zin dat ze willen dat vooruitgang niet egalitarisme of communitaire doelen dient (zoals links doet), maar individuele uitmuntendheid.
Conservatisme en rechts progressivisme zijn niet hetzelfde. Beiden zouden het bijvoorbeeld eens kunnen zijn over de catastrofale daling van de vruchtbaarheid. Dat is zeer zorgwekkend voor de toekomst. Maar de oplossingen die ze voorstellen om hiermee om te gaan verschillen. Conservatieven steunen gezinsvriendelijk, huwelijksvriendelijk beleid dat het mogelijk maakt om kinderen met één inkomen op te voeden. Technologische vooruitgang kan hen verheugen, zolang het maar op één doel gericht is: de facilitering van het huwelijk en het opvoeding van kinderen in gezinsverband. Progressieve rechtsen daarentegen zijn enthousiaster over het idee van draagmoedershap (GPA) en maatregelen die het geboortecijfer stimuleren buiten een traditionele gezinsstructuur om (Musk illustreert zelf deze aanpak, omdat hij veel kinderen heeft gehad bij verschillende vrouwen). En achter veel van deze debatten schuilt de kwestie van eugenetica: het voortbrengen van superieure menselijke types nastreven of al het leven accepteren als een geschenk waarvan het voordeel niet van tevoren gekwantificeerd kan worden?  We zouden kunnen zeggen dat het uiteindelijke spanningsveld ligt tussen enerzijds een soort ‘paleofuturisme’ - degenen die willen dat technologie traditionele (d.w.z. ‘paleo’) en conservatieve principes moet dienen - en anderzijds een soort ‘archeofuturisme’ - degenen die willen dat technologie een nieuwe vorm van Übermensch (supermensen) moet dienen.  Guillaume Faye, vooraanstaand denker van Frans nieuw rechts, zou zo wel eens de profeet van de 21ste eeuw kunnen zijn.

Bron: Revue Conflits, maart-april 2025: ‘Trump n’a pas hésité où Reagan avait reculé’, entretien avec Nathan Pinkoski.

Top